Hoe meer soorten beestjes je aantrekt in en rond je moestuin, hoe kleiner de kans dat grote plagen veel schade veroorzaken. Mezen, spinnen, sluipwespen, gaas- en zweefvliegen en lieveheersbeestjes vangen veel bladluizen en rupsen. Egels, spitsmuizen, merels, padden en loopkevers eten dan weer slakken. Je trekt deze helpers aan door bijvoorbeeld een los gesnoeide haag, een composthoop of een vijvertje en door veel bloeiende planten te voorzien. Maak ook een insectenhotelletje, en hang nestkastjes op.
Velt deelt elke maand een tuintip.